- Het aandeel hernieuwbare energie steeg in Nederland in vier jaar tijd met 6 procentpunt, zo meldt het CBS.
- Haalden we in 2019 nog 9 procent van onze energie uit hernieuwbare bronnen, afgelopen jaar ging het om 15 procent.
- Nederland wil in 2030 27 procent van zijn energie uit duurzame bronnen halen.
- Lees ook: Bijna helft stroomproductie Nederland uit hernieuwbare bronnen – aandeel omstreden biomassa neemt af
De afgelopen vier jaar is het aandeel van duurzame bronnen in het totale Nederlandse energieverbruik gestegen met 6 procentpunt. In 2019 was 9 procent afkomstig uit hernieuwbare bronnen zoals biomassa, zon en wind, in 2022 was dit percentage 15 procent.
Het grootste deel hiervan was afkomstig uit biomassa, gevolgd door wind- en zonne-energie. Warmtepompen leverden ruim 1 procent van de groene energie, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op maandag. Meer specifiek: energie uit biomassa maakte vorig jaar 5,9 procent van het totale energieverbruik uit, windenergie was goed voor 4,2 procent en zonne-energie voor 3,4 procent. Energie uit warmtepompen was goed voor 1,1 procent.
Doordat Nederland meer gebruikmaakt van hernieuwbare energie, daalt de uitstoot in ons land. Sinds 2019 is die teruggelopen met liefst 15 procent. Met name de uitstoot van elektriciteit nam sterk af, met wel 26 procent.
Dit komt niet alleen door de toegenomen capaciteit aan hernieuwbare mogelijkheden voor elektriciteitsproductie, maar ook door bijvoorbeeld het sluiten van kolencentrales. Ook in de industrie, landbouw en bijvoorbeeld de mobiliteit nam de uitstoot af.
Nederland in 2030 27% hernieuwbare energie
Nederland wil in 2030 27 procent van zijn energie uit duurzame bronnen halen en de CO2-uitstoot hebben teruggebracht tot 55 procent ten opzichte van 1990.
In 2022 was de uitstoot van broeikasgassen gedaald met 31 procent ten opzichte van 1990, wederom onder meer door het sluiten van kolencentrales. Het lijkt erop dat het doel van 27 procent reductie in 2030 bovendien aangescherpt zal worden, vanwege nieuwe EU-regels.
De Nederlandse doelstellingen hangen samen met de Europese Green Deal, een in 2019 door de Europese Commissie gepresenteerd programma om klimaatverandering te beperken. Hierin werd afgesproken dat Europa in 2050 klimaatneutraal moet zijn.
In juli meldde de Europese Rekenkamer dat het niet duidelijk is of Nederland op de goede weg is. Nederland kocht in 2020 duurzame energie van Denemarken in de vorm van emissierechten, maar de toezichthouder stelde de effectiviteit van deze maatregel niet te kunnen beoordelen. Nederland kocht deze emissierechten omdat het dreigde het streefcijfer van 14 procent duurzame energie niet te gaan halen.
De Rekenkamer meldde ook dat de Europese Unie met de huidige maatregelen haar klimaatdoelstellingen voor 2030 niet gaat halen.
Dat klimaatverandering - ondanks de bemoedigende Nederlandse resultaten - wel degelijk zijn effect begint te hebben, blijkt als we kijken naar bijvoorbeeld het aantal zomerse dagen in ons land. Noteerde De Bilt in 1990 nog achttien dagen per jaar waarop het 25 graden of warmer was, afgelopen jaar was dat toegenomen tot 28 dagen. Allicht zelfs nog verontrustender: de zeespiegel steeg sinds 1980 met liefst 25 centimeter.